De start

In juli 1829 nam het bestuur van de NZHRM contact op met de heer H.A. Zeilinga te Schiermonnikoog met de vraag of de eilandbevolking gebruik zou maken van door de Redding Maatschappij beschikbaar gestelde reddingmiddelen. Zeilinga reageerde positief. Toch duurde het nog tot april 1830 voordat er een roeireddingboot op Schiermonnikoog werd gestationeerd. De strenge winter en de daarmee gepaard gaande ijsgang zorgde voor deze vertraging. Dat het bestuur van de Redding Maatschappij pas in 1829, vijf jaar na de oprichting, contact zocht met Schiermonnikoog was te wijten aan geldgebrek.

De eerste redding door de Schiermonnikoger boot werd op 20 november 831 verricht. De onverschrokken redders haalden vier bemanningsleden van het tussen Schiermonnikoog en Rottum gestrande schip 'De Goede Verwachting'.

Modern materieel

Momenteel wordt het reddingwerk uitgevoerd met de snelle reddingboot Koning Willem II en de rubberboot met vaste bodem Tonijn. Het materiaal van de KNRM ligt klaar in een boothuis in het dorp en aan een steiger bij de veerbootdam. De reddingboot is zelfrichtend en kan ook onder extreem slechte weersomstandigheden zee kiezen. De vierkoppige bemanning heeft de beschikking over de modernste communicatie- en navigatieapparatuur. De rubberboot Tonijn is er speciaal voor snelle hulpverleningen rondom Schiermonnikoog. Door de geringe diepgang kan de boot op het Wad goed uit de voeten. De Tonijn wordt over land vervoerd door een truck, waarin ook het lijnwerp- en wipperapparaat is opgeborgen. Hiermee kan een lijnverbinding worden gemaakt met een gestrand schip.

De bemanning van de reddingboot en de wipperploeg bestaat voor 100% uit vrijwilligers. Zij worden bij een alarm opgeroepen d.m.v. een pieper via de brandweer alarmcentrale.

Landelijke organisatie

Het reddingstation Schiermonnikoog is een onderdeel van de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij. De KNRM is opgericht met het doel om kosteloos hulp te verlenen aan varenslieden die voor de Nederlandse kust, op de Waddenzee, het Ijsselmeer of de Zeeuwse wateren in gevaar verkeven of dreigen te geraken. In totaal heeft de KNRM ruim 60 reddingboten en zo'n 15 trucks verdeeld over ca. 37 reddingstations. 700 vrijwilligers en elf beroepskrachten bemannen deze boten. Zomer en winter, dag en nacht staan zij klaar om uit te varen en hulp te bieden.

De KNRM wordt uitsluitend door vrijwillige bijdragen, jaarlijkse donaties (van ca. 70.000 donateurs), erfenissen, legaten en schenkingen in stand gehouden. Zij ontvangt geen subsidie. Op deze manier kan de Redding Maatschappij haar eigen koers varen en hoeft zij niet bij de overheid om steun aan te kloppen.

De historie van het reddingstation Schiermonnikoog

“Al hebben de grote motorreddingboten van Den Helder, Terschelling en Oostmahorn de taak van de strandreddingboten, die onder andere op Schiermonnikoog zijn gestationeerd voor een groot deel overgenomen, de kleine motorstrandreddingboten met hun geringe diepgang blijven onmisbaar”. De cijfers van reddingstation Schiermonnikoog bewijzen dat voormalig KNZHRM-directeur H. th. de Booy met bovenstaande woorden gelijk heeft gehad. Elk jaar kreeg reddingstation Schiermonnikoog het drukker en sinds 1996 beschikt het eiland zelf over een grote motorreddingboot’, waarmee Schiermonnikoog definitief uit de schaduw is gekomen van eerder genoemde stations.

De eerste redding werd op 20 november 1831 verricht. Acht roeiredders haalden vier bemanningsleden van het tussen Schiermonnikoog en Rottum gestrande schip De Goede Verwachting’. In de jaren die volgden werden met een nieuwe, kleinere boot herhaaldelijk reddingen verricht. De redders van Schiermonnikoog kregen weliswaar minder te doen dan hun collega’s op Ameland en Terschelling, maar toch kwam het regelmatig voor dat tijdens stormweer aan lager wal geraakte zeilschepen op de Schiermonnikoger gronden verdaagden.
Van roeiriem tot waterjet

Het roeitijdperk werd afgesloten toen in 1942 de motorstrandreddingboot Johan de Witt op Schiermonnikoog werd gestationeerd. De motorstrandreddingboten werden, evenals de roeireddingboten, in een boothuis opgeslagen. Tussen 1830 en nu verhuisde het reddingstation meerdere malen van locatie of verbouwde men het bestaande boothuis.
In 1982 kregen de Schiermonnikogers de beschikking over de speciaal voor hun vaargebied ontworpen waddenvlet Nine Anna, twee jaar later gevolgd door een snelle rubberboot. Samen voeren de beide boten steeds vaker uit, niet in de minste gevallen voor de opkomende recreatievaart.
Het was mede die pleziervaart die de KNRM in 1993 deed besluiten om op Schiermonnikoog een snelle, grotere reddingboot te stationeren. De boot werd Annie Jacoba Visser gedoopt. Weer drie jaar later werd de Annie Jacoba Visser overgeplaatst naar Lauwersoog, om op Schiermonnikoog plaats te maken voor de Jan en Titia Visser, de eerste grote all-weather reddingboot op het eiland. Al die tijd lag er op Schiermonnikoog naast de genoemde boten ook een snelle rubberboot. Sinds 1991 is dat de Tonijn. De wipperploeg, uitgerust met een wippertruck en een lijnwerp- en wippertoestel, completeert het reddingstation.
Sinds november 1999 vaart de reddingboot Koning Willem 1 van het type Arie Visser vanaf de steiger bij de veerbootdam.

Historisch overzicht

1829
Schiermonnikoog wordt een officieel reddingstation.

1830
De eerste roeireddingboot wordt gestationeerd.

1865
Een nieuw stenen boothuis verrijst in het dorp.

1890
Een vuurpijltoestel met wipperbroek wordt op Schiermonnikoog gestationeerd.

1913
Een nieuwe boot met zeiltuig wordt gestationeerd.

1921
De roeireddingboot slaat om. Schipper A. Dubblinga en D. Visser komen daarbij om het leven.

1942
De roeireddingboot wordt vervangen door de motorstrandreddingboot Johan de Witt.

1952
Een nieuw stenen boothuis wordt gebouwd.

1956
De strandreddingboot Willem Horsman vervangt de Johan de Witt.

1961
Een lijn- en wippertoestel wordt gestationeerd.

1982
De reddingvlet Nine Anna wordt aan de veerdamsteiger afgemeerd.

1984
De wipperploeg krijgt de beschikking over een rubberboot op trailer.

1985
De Willem Horsman verhuist naar Egmond aan Zee.

1987
Het boothuis wordt ingeruild tegen de brandweergarage.

1991
De rubberboot wordt vervangen door de Tonijn, een rubberboot met vaste bodem.

1992
De Nine Anna wordt vervangen door de Siegfried Egmundis.

1993
De Siegfried Egmundis maakt plaats voor de Annie Jacoba Visser.

1996
De Jan en Titia Visser komt in de haven te liggen

1999
Het boothuis wordt uitgebreid met een bemanningverblijf en heet voortaan “Het Vissershuis”. De Jan en Titia Visser wordt vervangen door de nog grotere Koning Willem I.